What if? Ontwerpend onderzoek Nederland in 2100

Dag van de Ontwerpkracht – Inspirerende beelden van Nederland in 2100 Op 6 juli stonden wij in Rotterdam op de tweede Dag van de Ontwerpkracht, georganiseerd door Platform Ontwerp NL. […]

Dag van de Ontwerpkracht – Inspirerende beelden van Nederland in 2100

Op 6 juli stonden wij in Rotterdam op de tweede Dag van de Ontwerpkracht, georganiseerd door Platform Ontwerp NL. De afgelopen maanden hebben wij in samenwerking met Feddes/Olthof en MVRDV mogen werken aan ruimtelijke verkenningen voor de toekomst van Nederland. De focus lag op het maken van beelden vanuit de mens; beelden die niet alleen nodig zijn voor mensen om grip te krijgen op de toekomst, maar ook om een maatschappelijk debat mee te voeren over keuzes die we juist nú moeten maken. Deze beelden, en onze visie op de toekomst, hebben we in Rotterdam mogen presenteren aan onder andere de Directeur Generaal Ruimtelijke Ordening Marjolein Jansen.

De toekomst is al begonnen

Het jaar 2100 lijkt ver weg, maar dat valt nogal tegen! Stedenbouw kost tijd; voordat plannen tot realisatie komen zijn we een flink aantal jaren verder. Bovendien ontwerpen we niet voor de korte termijn: wat we nu ontwerpen en realiseren staat er straks voor minstens 100 jaar. Dit betekent dat het Nederland van 2100 nú al wordt ontworpen. We moeten goed nadenken over wat én waar we willen realiseren. Door te studeren op de toekomst kunnen we nu de juiste beslissingen maken, zodat Nederland ook voor komende generaties leefbaar blijft. Wij hebben daarom voor Platform Ontwerp NL gekeken naar toekomstbeelden voor twee verschillende landschapstypen: hoge zandgronden en het stedelijk gebied aan de rivieren.

Hoog en minder droog – Op ’t zand in 2100

In 2100 moeten we inzetten op nieuwe ontwikkelingen op de hoge zandgronden. Het grootste probleem hier op dit moment is de aanhoudende droogte. Voor een oplossing kijken we naar het verleden: naar de sprengenbeken. Een hernieuwd systeem van beken houdt water vast onder de grond. Het hoogteverschil wordt optimaal benut voor meerdere doeleinden: voor de beleving, voor het water-management en voor de opwekking en opslag van energie. Bij een overdaad aan energie wordt water de zandgronden opgepompt, terwijl het afstromen van dit water energie opwekt wanneer dit nodig is. De nieuwe gebieden tussen stuwwal en steden/dorpen doen denken aan een archipel van (loof)bossages, water en diverse ensembles van gebouwen.

Wonen in de overlaat – Aan de rivier in 2100

We moeten niet denken dat we in 2100 alleen nog maar op het zand wonen. We blijven deltabewoners: wonen aan de rivier zit in ons DNA. We moeten ons alleen wel heruitvinden als deltabewoners. Hiervoor kijken we naar het verleden; naar het aloude principe van de overlaat. De grote rivieren transformeren van gletsjerrivier naar regenrivier. Dit zorgt voor extremere, maar wel voorspelbare pieken in de waterstand. Het principe van de overlaat zorgt voor een controleerbaar systeem dat water op specifieke plekken naar binnen brengt. Dit water kan deels worden opgeslagen om in droge tijden te gebruiken. De openbare ruimte wordt vormgegeven als een stad met meerdere maaivelden; leefbaar met én zonder water. De huidige transformatieopgave kan worden aangegrepen als springplank voor het opzetten van de stadse overlaat.

We hebben erg genoten van de Dag van de Ontwerpkracht én van het ontwerpend onderzoek wat hieraan vooraf ging. Hopelijk wordt hier een vervolg aan gegeven; wij kijken er in ieder geval erg naar uit!

in samenwerking met Feddes/Olthof en MVRDV
aanspreekpunt Serge Vonk