De locatie Lange Weide II is gelegen in de Polder Lange Weide aan de zuidrand van de kern Driebruggen in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. De locatie is ca. 1,5 ha groot en sluit aan op de bestaande bebouwing van de Wilgenlaan en de nieuwe locatie van basisschool ‘De Wegwijzer’. In opdracht van Drie Wearden Bouwcombinatie heeft IMOSS een stedenbouwkundig plan en een inrichtingsplan opgesteld dat de basis vormt voor de verdere uitwerking van het gebied. In dit plan wordt aangegeven op welke wijze het ontwikkelingsgebied aantakt op het bestaande dorp, hoe de aansluiting met het omliggende landschap wordt vormgegeven en welke kenmerkende woonmilieus binnen het plan zijn opgenomen.
Landschappelijke kenmerken van de omgeving
Het dorp Driebruggen ligt aan de oostrand van de polder Lange Weide. De Lange Weide vormt een aparte landschappelijke eenheid binnen het slagenlandschap. De polder ligt ingeklemd tussen de Enkele Wiericke en de Dubbele Wiericke, twee waterlopen die de Hollandse IJssel en de Oude Rijn met elkaar verbinden. Beide waterlopen liggen verhoogd ten opzichte van het omliggende land. De Lange Weide wordt doorsneden door het Hoogeind en Laageind die als basis hebben gediend voor de ontginning van de Lange Weide. Het Hoogeind en Laageind vormen een landstrook met daarop een smalle weg. De landstrook wordt aan beide zijden omgeven door water. De weg wordt begeleid door een smalle berm met daarin opvallende landschappelijke beplanting
Kwalitatieve uitgangspunten
Lange Weide II zal een woongebied moeten worden dat past bij het karakter, de schaal en de ruimtelijke structuur van Reeuwijk-Dorp. Daarnaast is een kwalitatief hoogwaardige en heldere overgang naar het open veenweide gebied van de Polder Lange Weide gewaarborgd. Hierdoor was er behoefte aan een planopzet die de kwaliteiten van het huidige dorp en de kenmerken van het aangrenzende landschap in zich heeft.
Programmatische uitgangspunten
In Lange Weide II is een gevarieerd en dorps woningaanbod gerealiseerd. Dit houdt in dat gestreefd is naar een mix van goedkoop, middelduur en duur waarbij voldoende differentiatie op de woningmarkt wordt gerealiseerd. Uitgangspunt daarbij was dat alle woningen grondgebonden zijn, waarbij naast vrijstaande en twee-onder-één-kap woningen ook een aanzienlijk deel van de woningen moest bestaan uit geschakelde eengezinswoningen. De stedenbouwkundige heeft de volgende doelstellingen:
Realisatie van een kleinschalige en ‘dorpse’ structuur;
Ontwikkeling van kenmerkende woonmilieus;
Flexibiliteit in verband met fasering;
Transparantie naar het open veenweide landschap;
Heldere en afgeronde overgang naar het landschap;
Behoud van het waterrijke karakter van het gebied;
De gekozen hoofdopzet gaat uit van een ‘eilandenconcept’. De drie eilanden kennen ieder een eigen kenmerkende karakteristiek binnen een samenhangende structuur. Op elk eiland wordt een woonmilieu gecreëerd dat op eigen wijze iets toevoegt aan het bestaande dorp. Het gefragmenteerd karakter van de eilandenstructuur maakt het bovendien mogelijk een zachte overgang naar het open beenweidelandschap te realiseren waardoor het dorp aan de zuidrand op een hoogwaarde manier wordt ‘afgezoomd’. Er ontstaat een transparante rand van door water gescheiden eenheden waardoor een harde markering dan de dorprand wordt voorkomen. De verschillende eilanden worden op subtiele wijze aan elkaar geregen door een langzaamverkeersroute die het Hoogeind met de ‘Wegwijzer’ verbind. Deze verbinding voegt de noodzakelijk samenhang toe aan de eilandenstructuur.
Vanuit de bestaande wijken wordt voor zo veel mogelijk het zicht op het omringende landschap behouden (zichtlijnen vanaf openbaar gebied). Door het behoud van de bestaande sloten wordt de structuur van het onderliggende slagenlandschap in het stedenbouwkundig plan opgenomen. De eilanden ontstaan door de toevoeging van extra water.
Sfeer en uitstraling
Ieder eiland kent zijn eigen sfeer. Het Linteilland sluit aan op de kwaliteit van het historisch boederijenling van het Hoogeind. De twee aan het Hoogeind gelegen woningen zijn nadrukkelijk op de bestaande weg georiënteerd en maken daardoor onderdeel uit van de bestaande lintstructuur. De daar achter gelegen woningen zijn op een ontspannen manier rond een erf gesitueerd dat in zijn samenhang verbonden is met het lint. Dit nieuwe erf is daarmee aan het Hoogeind gekoppeld zoals de bestaande boeren erven langs het Hoogeind onderdeel uitmaken van het lint. Het middeneiland sluit aan op de dorpse kwaliteit van de aangrenzende woonwijk. Op een kwalitatief hoogwaardige manier wordt beoogd iets toe te voegen aan de bestaande dorpse structuur. Het Schooleiland ten slotte is meer stenig van karakter en heeft daarmee een meer eigentijds karakter. Een besloten hof creëert een geborgen wereld die een antwoord vormt op de aangrenzende basisschool. Het collectieve karakter van het hofje maakt een aantrekkelijk woonmilieu waarbinnen verschillende woningtypen (en daarmee bewonersgroepen) verenigd worden.
Groen
Het gehele stedenbouwkundig plan krijgt een groene uitstraling. Op ieder eiland wordt hier op eigen wijze invulling aan gegeven. Het Linteiland krijgt door zijn ontspannen woningbouwprogramma automatisch een groene uitstraling. De grote tuinen bieden ruimte aan bomen die de sfeer van het eiland domineren. Net als in het bestaande lint van het Hoogeind wordt de groenstructuur bepaald door privé groen. Op het Middeleiland wordt de structuur van straatbomen uit de aangrenzende woonwijk binnen het plangebied doorgezet. Parkeren gebeurt onder de bomen in het straatprofiel. De besloten sfeer van het Schooleiland wordt benadrukt door een dicht bomendat in het bidden van het hof. Deze bomengroep vormt een groene kern van het bebouwingscluster. In het hele plangebied worden hagen toegepast met als doel een hoogwaardige afscheiding van openbaar gebied naar privé-gebied te waarborden. Onderscheid wordt gemaakt tussen lage hagen bij voortuinen en hoge hagen bij zij- en achtertuinen.
Oevers en bruggen
Water is een belangrijke drager van het stedenbouwkundig plan. Hierdoor bevat het plan relatief veel oeverlengte. Deze oevers krijgen per deelgebied een eigen behandeling. Het schooleiland wordt omzoomd door een projectmatig aangelegd houten beschoeiing met vlonderconstructie. Dit om het stedenbouwkundige karakter van het schooleiland te benadrukken. Hierdoor wordt een hoogwaardige en kwalitatieve oeveroplossing in het plan gewaarborgd. Het Middenleiland krijgt net als het Linteiland zachte oevers, waarbij op een aantal plekken steigerzones worden benoemd. Binnen deze zone zijn de bewoners vrij vlonderconstructies aan te brengen over niet meer dan 50% van de kavelbreedte. Een aantal oevers worden in verband met de gevoeligheid van de beeldkwaliteit vrij gehouden van vlonderconstructies. Het gaat hierbij om de oevers langs het Hoogeind (voorkant van de percelen) en de oevers die direct grenzen aan het open landschap.
Verkeer en bereikbaarheid
Ieder eiland heeft zijn eigen ontsluiting voorautoverkeer. Hierdoor ontstaat een maximale spreiding van de verkeersdruk waardoor de overlast voor de omgeving tot een minimum beperkt blijft. Het Linteiland is ontsloten op het Hoogeind, de oevrige twee eilanden zijn ieder op een eigen plek op de Wilgenlaan aangesloten. De Verschillende eilenden worden met elkaar verbonden door een langzaamverkeersroute die ‘De Wegwijzer’ verbindt met het Hoogeind. Deze route kan in noodsituaties gebruikt worden door hulpdiensten. Ieder eiland is hierdoor op minimaal twee manieren in geval van calamiteiten te bereiken.