IMOSS werkt aan de gezonde verstedelijking van Amersfoort

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amersfoort heeft de concept hoogbouwvisie vastgesteld. Binnen de gemeente Amersfoort is IMOSS al geruime tijd bezig met een aantal mooie projecten welke mede de aanleiding vormden voor de gemeente om deze visie op te stellen.

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amersfoort heeft de concept hoogbouwvisie vastgesteld. Binnen de gemeente Amersfoort is IMOSS al geruime tijd bezig met een aantal mooie projecten welke mede de aanleiding vormden voor de gemeente om deze visie op te stellen.

Een mooi en toekomstbestendig stuk stad, met een fijne maat en schaal vormen voor ons de leidraad. Zo zijn we druk bezig op de Hoef (langs de Hoefseweg), Langs het valleikanaal (de oude MBO locatie, de nieuwe Liendert), de Wagenwerkplaats en nog een aantal andere locaties.

Hoogbouw en verdichten

Voordat er een visie werd opgesteld is IMOSS druk bezig geweest met een eigen visie op de stad en op welke wijze hoogbouw (en verdichting) een bijdrage kan leveren aan enerzijds de wenselijke ruimtelijke kwaliteit van de gemeente Amersfoort en anderzijds op welke wijze deze de herkenbaarheid van de stad Amersfoort versterkt. Zo hebben wij in onze visie de lange lijnen van de stad geïntroduceerd waar aanleidingen zijn om kwalitatief hoogwaardig te verdichten en op een zorgvuldige wijze hoogbouw kan worden toegepast. Zo ook ter hoogte van de Hoefseweg, waar op het kruispunt van de ringweg en het spoor een aanleiding is om iets speciaals te maken.

Werken aan je eigen stad

Als Amersfoorts bureau werken wij graag in onze eigen achtertuin. Verdichting vraagt om zorgvuldigheid in het ontwerp. Het meest complexe is wel het kantelpunt tussen een goede dichtheid en een te hoge dichtheid. Daarnaast moet het ook Amersfoorts blijven, zonder historiserend te zijn. Om dit voor elkaar te krijgen is de juiste korrelgrootte, zowel horizontaal als verticaal, één van de oplossingen. Daarnaast is kennis van de plek een noodzaak, vragen zoals het (dis)functioneren van het netwerk in de wijk, de kwaliteit hiervan en de kansen van dit netwerk vormen de basis. Bij de Hoefseweg zetten we sterk in op een gedegen en goede overgang vanaf het fietspad naar de woningen, met veel eigen ruimte voor de voetganger. Immers is de voorzijde van deze woningen gelegen op de zuidzijde, dus een uitgelezen kans om s’avonds, informeel, de buren te spreken. Dit gebeurd niet vanzelf, de overgang en de plek moet goed worden vormgegeven.

De juiste beleving op ooghoogte is altijd het uitgangspunt voor het verdere ontwerp. Op een afstand is het accent de beleving, net zoals de kerk dat is. Dichtbij gaat het zoals de hoogbouwvisie ook aangeeft om de plint, sterker nog in het “plangebied” ervaart de gebruiker cq. Wandelaar de hoogte niet, daar gaat het met name om de verfijning en de overgang tussen openbaar gebied en het privé domein. Dit betekent dus bij hoogbouw dat het gebouw op meerdere schaalniveaus ontworpen en beleefd gaat worden en dat daarmee ook de detaillering van het gebouw op meerdere schaalniveaus effect heeft en zichtbaar is.

 

Nog belangrijker, maar iets dat voor Amersfoort redelijk nieuw is, is de introductie van nieuwe typologieën en dus een andere wijze van (het gevoel van) eigenaarschap. Amersfoort kent veel woningen met een tuin, hier is het eigenaarschap vrij helder en de overgang naar openbaar gebied meestal ook wel. Bij gebieden met een andere dichtheid en met hoogbouw werkt dit anders en is de kwaliteit van de openbare wellicht nog belangrijker dan “in een normale woonwijk”, waar de kwaliteit vooral in het straatprofiel, de tuin en het park zit.

Onze Visie

In onze visie op wijken met een hogere dichtheid, waar (middel)hoogbouw een belangrijke rol speelt kennen wij eigenlijk geen straten. Wij kennen geen straten, omdat de auto niet meer de belangrijkste speler is in dit krachtenveld, maar juist de langzame gebruiker. De fietser is hierin een hele heldere en moet vooral gefaciliteerd worden, helemaal in of nabij stationsgebieden, maar ook de voetganger en de verblijver. In de “straat” vindt 80% van het informeel burencontact plaats, voor de voordeur. De straat wordt in onze visie dus een plek, een plek voor ontmoeten, waarbij er een overgangszone is die deze ontmoetingen faciliteerd. Deze overgangszone biedt tevens ruimte voor eigenaarsschap, een bewoner heeft hiermee letterlijk afstand tot het openbaar gebied, maar kan deze ook persoonlijk en eigen maken. Ook de historie, de genius loci speelt een grote rol in het eigenaarsschap. Het gevoel ergens deel vanuit te maken en ergens op voort te kunnen borduren. Zo hebben er bijvoorbeeld op de Hoef vroeger op de oude, hoger gelegen, zandruggen tabaksschuren gestaan en was het mogelijk via een oude bomenlaan richting Hoogland door te steken.

Deze plekken bij de voordeur maken vervolgens onderdeel uit van een groter netwerk dat naar plekken leidt om bijvoorbeeld te spelen, of om met de buurt samen te komen bij een bbq, of andere zaken. Door deze plekken groen en klimaatadaptief in te richten, maar ook deels flexibel, wordt er een belangrijke bijdrage geleverd aan “de gezonde stad”, zowel op het gebied van flora en fauna, reductie (of opname) CO2, maar ook het stimuleren van het naar buiten gaan van de mensen.

Fijnmazige netwerken, fijn wonen

Een belangrijke rol is weggelegd voor de gemeente en ook de ontwerper van het plan, het kleine netwerk moet ook gekoppeld worden aan het grotere netwerk van fietsen, lopen en groen & water. Hoe mooi is het om vanuit de voordeur via een helder, groen en prettig netwerk eigenlijk al direct ‘buiten’ te staan en gevoelsmatig zo het buitengebied in te lopen. Dit netwerk op grotere schaal vraagt een heldere visie van gemeentes om hier vorm aan te geven en daarmee de ruimte te bieden voor bijvoorbeeld ontwikkelaars om hierop op aan te haken.